Beeldmerk van Eco Frameworks
Meer dan 20 jaar productie-expertise
Circulair, biobased en prefab bouwsystemen
Geavanceerde energie-efficiëntie en CO₂-reductie
Hoogwaardige akoestiek en brandveiligheid
CE, FSC en RAL-gecertificeerd
Flexibele en maatwerk bouwoplossingen
Sterke internationale marktpositie

Brandveiligheid van houten gebouwen: feiten en misverstanden

Wanneer er brand uitbreekt in een gebouw, krijgt dit vaak veel media-aandacht, vooral als het een grote brand betreft. Opvallend is dat wanneer het een houten gebouw betreft, er vaak extra nadruk op dit aspect wordt gelegd. Dit wekt de indruk dat houten gebouwen sneller in brand raken of sneller afbranden dan gebouwen van beton, staal of metselwerk. In werkelijkheid is de constructiemethode minder bepalend voor de gevolgen van een brand dan vaak wordt gedacht. Wat telt, is de veiligheid van gebruikers en bezoekers: zij moeten voldoende tijd en mogelijkheden hebben om het gebouw veilig te verlaten.

Feiten over brandveiligheid bij verschillende constructiematerialen

Bij een grote brand maakt het weinig uit of een gebouw is opgetrokken uit beton, staal, metselwerk of hout. In de meeste gevallen is het gebouw als verloren te beschouwen, ongeacht het gebruikte bouwmateriaal. De prioriteit ligt bij het creëren van veilige omstandigheden voor evacuatie en het voorkomen van slachtoffers. Dit betekent dat regelgeving en aanbevelingen op dit gebied niet moeten worden ingegeven door emoties of misverstanden, maar door objectieve analyses en voortschrijdend inzicht.

Met de voortschrijdende ontwikkelingen in brandveiligheid worden de voorschriften voortdurend aangepast en aangescherpt. Dit is noodzakelijk, maar een al te rigide benadering kan ertoe leiden dat houtbouw zich uit de markt prijst. De opeenstapeling van maatregelen kan een onbedoeld remmend effect hebben op innovatieve en duurzame bouwmethoden.

Strenge eisen voor houtbouw

Bij houtbouw worden specifieke eisen gesteld om brandveiligheid te waarborgen. Enkele veelvoorkomende maatregelen zijn:

Grotere dimensies: het toepassen van grotere afmetingen van de profielen zodat de constructie langer bestand is tegen brand
Sprinklerinstallaties: verplichte installatie van een automatische brandblusinstallatie, wat de brandontwikkeling drastisch kan vertragen
Extra vluchtwegen: realiseren van extra vluchtwegen om de evacuatietijd te optimaliseren
Maximale gebouwhoogte: beperken van de maximale gebouwhoogte om risico’s te minimaliseren
Zwaardere eisen: stellen van zwaardere eisen aan houten constructies dan aan constructies van andere materialen

“De juiste balans tussen veiligheidseisen en haalbaarheid is cruciaal om houtbouw levensvatbaar te houden.”

Brandreactieklassen en brandwerendheid van materialen

Materialen worden ingedeeld in brandreactieklassen volgens de Europese norm EN 13501-1. Deze klassen variëren van A1 (onbrandbaar) tot F (geen classificatie). Hout en houtproducten kunnen worden behandeld om een hogere brandreactieklasse te bereiken, zoals B-s1,d0, wat betekent dat het materiaal een zeer beperkte bijdrage levert aan brandontwikkeling en minimale rookontwikkeling kent.

Daarnaast speelt de brandwerendheid van een constructie een essentiële rol. Dit wordt aangeduid met REI-waarden, waarbij:

R staat voor de draagkracht van de constructie tijdens brand
E staat voor de vlamdichtheid (voorkomen van branddoorslag)
I staat voor de thermische isolatie (het beperken van hitteoverdracht)

Houtconstructies kunnen door dimensionering en behandeling voldoen aan brandwerendheidseisen van 30, 60, 90 of zelfs 120 minuten (REI30-REI120), afhankelijk van de toepassing en de eisen voor een specifiek gebouwtype. Dit betekent dat een houten constructie gedurende die tijd zijn functie blijft behouden, wat essentieel is voor evacuatie en brandbestrijding.

“Hout brandt op een voorspelbare manier en vormt bij verbranding een beschermende verkoolde laag, waardoor het onderliggende materiaal langer intact blijft.”

De rol van inventaris bij brandontwikkeling

Uit analyses van branden blijkt dat de grootste vuurbelasting vaak niet wordt veroorzaakt door de constructie zelf, maar door de inventaris. Meubilair, gordijnen, vloerbedekking en persoonlijke bezittingen zoals boeken en kleding vormen een aanzienlijk brandrisico. Hier worden echter nauwelijks eisen aan gesteld, wat begrijpelijk is gezien de diversiteit en praktische onuitvoerbaarheid van dergelijke regelgeving. Toch zou er meer aandacht kunnen zijn voor het stimuleren of verplicht stellen van brandveilige materialen voor interieurtoepassingen.

Effectieve maatregelen ter verhoging van brandveiligheid

Naast de constructieve maatregelen kunnen andere maatregelen de veiligheid aanzienlijk verhogen:

Rookmelders en brandblussers: essentiële basisvoorzieningen in elk gebouw
Zelfsluitende brandvrije deuren: voorkomen verspreiding van brand en rook
Brandvertragende inventaris: stimuleren of verplicht stellen van minder brandbare materialen in interieurtoepassingen

Nasleep van een brand: schade door bluswater en rook

Wanneer een brand succesvol wordt geblust, kan de nasleep nog steeds aanzienlijke schade veroorzaken. Brandweerinterventies gaan vaak gepaard met een grote hoeveelheid bluswater, wat vooral bij houten gebouwen impact heeft. Water dringt diep door in de constructie en kan verbindingen aantasten, waardoor deze mogelijk niet meer betrouwbaar functioneren. Ook wordt het hout doornat, wat de bruikbaarheid van de resterende constructie beperkt of volledig onmogelijk maakt.

Daarnaast veroorzaakt rookschade een groot probleem: zelfs als de constructie overeind blijft, kan de penetrante geur van verbrand materiaal blijven hangen, waardoor het gebouw onaangenaam of zelfs onbewoonbaar wordt. Dit geldt overigens niet alleen voor houtbouw, maar voor alle bouwmethoden.

“Bluswater en rookschade kunnen een gebouw alsnog onbruikbaar maken, zelfs als de constructie grotendeels intact blijft.”

Conclusie

Brandveiligheid in gebouwen is een complex samenspel van bouwkundige, installatietechnische en organisatorische maatregelen. De focus moet liggen op het waarborgen van de veiligheid van gebruikers en bezoekers, zonder dat houtconstructies onevenredig worden benadeeld door een overmatige stapeling van voorschriften. Objectieve analyses, innovatieve brandwerende technieken en een realistische kijk op de vuurbelasting door inventaris zijn cruciaal voor een evenwichtige benadering van brandveiligheid bij houtbouw.